Het is een soort van traditie aan het worden; elk jaar rond de kerst een lekkere portie zoervleis pruttelen op het vuur. Het is een limburgs gerecht en doet me aan mijn jeugd denken. Gek genoeg beweert mijn moeder dat ze dit nooit voor me gemaakt heeft…? Traditioneel eet je het met frietjes en appelmoes. Let op: je moet de dag van tevoren het vlees al in de marinade zetten!
Voor 3 personen:
- 500 gram runder riblappen, in stukken van 3 cm
- 300 ml water
- 300 ml azijn
- 3 laurierbladen
- 2 kruidnagels
- klont boter, om te bakken
- 2 dikke uien, grof gesneden
- 3 tot 4 plakken naturel ontbijtkoek
- 2 tot 3 eetlepels appelstroop
- peper en zout naar smaak
Doe water, azijn, laurierblad en de kruidnagel in een kom en voeg de stukken vlees toe. Laat dit 24 uur in de koelkast marineren. Het vlees wordt er lekker mals van.
De dag erna: vlees uit de marinade halen (marinade bewaren!) en droog deppen. klont boter in de pan en het vlees een paar minuten rondom bakken. Uit de pan halen.
In dezelfde pan de grof gehakte ui met wat boter zachtjes aanzetten. Marinade erbij gieten, beetje opwarmen en dan het vlees toevoegen. Het geheel zachtjes aan de kook brengen en op klein vuur (heel zacht pruttelend) een uur of 2 laten sudderen. Schep een klein beetje vocht uit de pan en verbrokkel hier de ontbijtkoek in. Even laten weken en aan het vlees toevoegen. Ook de stroop erbij, de saus gaat nu binden. Als de saus gebonden is en het vlees mals, dan is het klaar!
bouillonblogje.wordpress.com 